Verdienen aan de armoede…

Ik ben in het zuiden van Louisiana, onderweg van Jennings naar Elton. Een stuk highway van 32 kilometer lang dat als een rechte streep tussen de landerijen door loopt. Van oudsher wordt in deze regio veel rijst verbouwd. Het nabijgelegen Crowley heeft zelfs als motto ‘Where Life is Rice & Easy’.
Halverwege dit uitgestrekte landschap waar bijna geen levende ziel te bekennen is staat een eenzame Dollar General. De twee medewerksters staan verveeld buiten te roken en het lijkt erop dat ik vandaag hun eerste klant ben. Volgens een van hen wordt deze afgelegen plek Halfway genoemd.
Ik sla er wat eetbaars en een voorraad flessenwater in, want voldoende water is een absolute noodzaak. Niet alleen vanwege de hitte, maar zeker ook omdat de smaak van het kraanwater wordt verpest door de toevoeging van chloor.
Het valt me trouwens op dat ik in de kleinere plaatsen op het platteland veel vaker een Dollar General tegenkom dan tien, vijftien jaar geleden. En dat blijkt te kloppen, want Dollar General heeft tientallen miljarden uitgetrokken om in rap tempo honderden winkels te vestigen in zogeheten food deserts, landelijke gebieden waar vooral mensen met lage inkomens wonen en waar in de wijde omtrek geen winkel te vinden is voor je dagelijkse boodschappen.

Door de leegloop die al decennialang gaande is kampen veel kleine plaatsen op het platteland met verloedering en verval. Grote ketens als Walmart zien het vaak niet zitten om in dit soort regio’s een superstore te vestigen en met enige regelmaat worden bestaande vestigingen gesloten omdat er te weinig omzet wordt gedraaid. De ellende is wel dat alle kleine lokale winkels, de mom and pops stores dan inmiddels definitief het loodje hebben gelegd. Uit de markt gedrukt door het grootkapitaal. Het is een neerwaartse spiraal waarin veel kleine plaatsen gevangen zitten.

Dollar General is in dat gat gesprongen en vestigt zich vooral in die landelijke, dunbevolkte gebieden, voor een groot deel in het zuiden van de Verenigde Staten, waar de armoedecijfers de pan uit rijzen. Begin 2020 had Dollar General zich al met 16.368 winkels in 45 staten gevestigd.
De komst van een Dollar General maakt voor de kleine gemeenschap op het platteland dikwijls het verschil tussen verdere leegloop of overleving, misschien zelfs economische vooruitgang. Inwoners krijgen de mogelijkheid om in eigen dorp vers vlees, fruit, groenten en allerlei andere dagelijkse boodschappen te kopen. De keerzijde is echter dat de winkels vol liggen met goedkope, ongezonde producten met een lage voedingswaarde en een hoog vetgehalte.

Het bedrijf maakt miljardenwinsten met deze formule, zodat investeerders ruimschoots waar voor hun geld krijgen. De grote baas is inmiddels miljardair terwijl de salarissen van de medewerkers amper boven het minimumloon zitten. Nu heeft Dollar General weliswaar een ziektekostenverzekering voor werknemers die minimaal vijfentwintig uur per week werken, maar het merendeel van de medewerkers krijgt een aanstelling voor minder dan vijfentwintig uur. Om rond te komen moet je doorgaans twee of drie banen hebben. En het bedrijf lijkt het ook niet zo nauw te nemen met de arbeidsomstandigheden van de medewerkers. Tientallen malen werden ze al op de vingers getikt vanwege onveilige en ongezonde werkomstandigheden.
De klant staat bij ons altijd centraal, luidt de obligate marketing slogan van Dollar General. Onzin natuurlijk, de winst staat centraal. Dollar General richt zich op de sociaal-economische onderklasse en heeft er zijn doel van gemaakt om te verdienen aan de armoede. En met een brutowinst marge van 30,9 procent slagen ze daar heel behoorlijk in.

© Johan Spin, 2023.