The Rolling Stones uit Starkville, Mississippi.

De zaterdagavond was vroeger, na een week van hard werken, een van de hoogtepunten in de week voor veel gezinnen in het zuiden van de Verenigde Staten. In een tijd waarin radio nog het belangrijkste medium was, stemden velen op zaterdagavond af op de Grand Ole Opry. Vanaf de jaren twintig van de vorige eeuw werd vanuit Nashville wekelijks live countrymuziek de ether in gestuurd. Ook op de King and Anderson plantage ten noorden van Clarksdale zat men dan klaar om maar niets te hoeven missen van een nieuwe aflevering van de Grand Ole Opry.
Andy, de oudste zoon van plantagebaas Anderson, had al op jonge leeftijd kennis gemaakt met de muziek van Howlin’ Wolf en John Lee Hooker die zo nu en dan op de plantage optraden. Hij luisterde gebiologeerd naar de Grand Ole Opry en leerde zichzelf wat liedjes spelen op de gitaar die zijn moeder voor hem had gekocht. Gaandeweg ontwikkelde hij een grote voorliefde voor rock ‘n’ roll en rhythm and blues.
In 1955, tijdens zijn studie aan de Mississippi State University in Starkville, Mississippi, formeerde hij zijn eerste band, Andy Anderson & The Rolling Stones. Al snel waren ze mateloos populair in de regio, want ze stonden garant voor een avondje stevig rocken. Ze gingen er iedere avond vol in, of in de woorden van Andy Anderson We went into a place with full intent of creating a riot”. Door de week werd er gestudeerd, maar in de weekenden en vakanties traden ze avond na avond op in hetzelfde circuit als Elvis Presley, Johnny Cash en Jerry Lee Lewis. Een maand voordat The Big Bopper, Richie Valens en Buddy Holly in 1959 omkwamen bij een vliegtuigongeluk  stonden ze nog op het podium met The Big Bopper.
In 1956 werden in de SUN-studio in Memphis opnames gemaakt van “Johnny Valentine” en “Tough, Tough, Tough”, nummers die steevast tot het podiumrepertoire behoorden. Opnames waar ze zelf voor moesten betalen en die vanwege financiële problemen van SUN destijds niet werden uitgebracht.
Een jaar later werd “Johnny Valentine” nog een keer opgenomen, deze keer in Nashville voor het Britse London Records. Omdat de bandleden geen lid van de vakbond waren, werden de opnames gedaan met studiomuzikanten en mocht alleen Andy zingen. De plaat verkocht 750.000 exemplaren, maar Andy was er niet tevreden over. De Memphis sessie onder leiding van ‘Cowboy’ Jack Clement was een echte rock-versie, maar de Nashville opname klonk als een country swing. Later maakten ze in een klein studiootje nog diverse opnames die wel de rock ‘n’ roll feel hadden..
Ook na hun studie genoten ze nog steeds een enorme populariteit, een New Yorks platenlabel had interesse getoond en de toekomst zag er hoopgevend uit. Maar in december 1959, op het toppunt van hun roem, kreeg Andy een telefoontje van zijn vader. Hij had hem nodig op de plantage en de 24-jarige Andy, voorbestemd om in zijn vaders voetsporen te treden, besloot met pijn in het hart terug te keren naar Clarksdale. Het betekende het onverbiddelijke einde van The Rolling Stones. Eenmaal terug op de plantage liet zijn vader weten dat hij zich had bedacht en dat hij hem toch niet nodig had. Andy was buiten zinnen uiteraard. Zijn inmiddels overleden moeder had hem altijd gestimuleerd om muziek te gaan maken. Dankzij haar kon hij zijn eerste gitaar kopen, maar zijn vader was altijd al tegen de rock ‘n’ roll carrière van Andy geweest. En nu had hij het dus klaar gespeeld om de droom van zijn zoon om zeep te helpen.
Andy Anderson bleef muziek maken, stortte zich op een acteercarrière en ging in zaken, maar The Rolling Stones waren definitief ter ziele.

© Johan Spin, 2022.